Diepgang.
Wellness. > Ademhaling.
Als trainer ben ik altijd opzoek om trainingen te optimaliseren. Hoe kies je de juiste belastinggrenzen. Wanneer is de sporter hersteld voor de volgende trainingsprikkel? Komt de prikkel te snel dan loop je kans op overtraining, de rode lijn in de afbeelding. Na inspanning zal het lichaam zich aanpassen en als er na voldoende rust een nieuwe prikkel volgt zal de conditie toenemen de zwarte lijn in de afbeelding. Stans van der Poel en Koen de Jong inspireerde mij op het gebied van ademhaling. Waarom? Vanwege het simpele feit dat ademhaling de hartslag verhoogd. Stress kan invloed hebben op de ademfrequentie. Als je boven de 10 teugen per minuut komt verbruik je onnodig veel energie, vooral suikers de energiebron voor je spieren. Het maakte mij bewust van een te hoge ademhaling met veel ongemakken. Test je ademhaling hier.
De hersteltijd van een inspanning is afhankelijk van de intensiteit. Ligt de belasting rond de 90 minuten en is de intensiteit hoog dan verbruik je hoofdzakelijk (suikers = koolhydraten). De voorraad is dus beperkt. Duurt de belasting langer dan 90 minuten dan verbrand je hoofdzakelijk vetten waarvan de voorraad wel tot 120 uur is. Daar en tegen is de intensiteit laag.
De grensovergang tussen koolhydraatverbranding en vetverbranding ligt rond het omslagpunt, verzuringspunt of anaerobedrempel. Neemt de intensiteit toe dan zal de hartslag volgen tot de knik in de lijn. Het bepalen van het omslagpunt is een belangrijke parameter omdat de hartslagtrainings-intensiteiten kunnen worden vastgesteld. Je traint dan of in de aerobezone, voornamelijk op vetverbranding (duurbelasting = inhoud) Train je rond of net boven het omslagpunt dan verbrand je verhoudingsgewijs meer koolhydraten (vermogen = tempohardheid). Boven de anaerobedrempel train je met minder zuurstof en ontstaat er het bijproduct melkzuur of lactaat. De hartslag kan wordt beïnvloed door stress of vermoeidheid. Dagelijkse controle van de rusthartslag geeft informatie over fitheid. Is de rusthartslag hoger dan normaal dan rust of de training aanpassen.
Koen de Jong, oud profwielrenner werkt nauw samen met Stans van der Poel. Beide stonden aan de wieg van het programma 100 dagen sportrusten. De uitgangspunten:
- ademhalingsoefeningen per dag
- 3 trainingen in de week voor de marathon 4 trainingen in de week.
- maximale duuromvang in de marathonopbouw 14 km.
- 1 tempotraining in de week t/m 7 km.
- 1 hersteltraining (vogels kijken)
Vooraf wordt de anaerobedrempel of het omslagpunt bepaald. Gangbaar zijn de testen waarbij de zuurstofopname per kg / lichaamsgewicht wordt bepaald met zuurstofmasker. Stans van der Poel analyseert het omslagpunt vanuit de ademhaling. De hartslagvariatie (tijd tussen de hartslagen) is een belangrijke parameter om fitheid vast te stellen.Training in combinatie met ademhaling heeft mij geïnspireerd. Vanuit mijn trainingspraktijk ervaar ik hoe druk men dagelijks bezig is. Hollen of stilstaan en s'avonds hollen. Ook ik plande voor de doorsnee recreant lange duurlopen op weg naar de marathon. Met een achttal lopers zijn we de uitdaging aangegaan van 100 dagen sportrusten voor de Rotterdam marathon. Tot op heden worden tijden verbeterd. Aan de hand van 2 veldtesten heb ik het omslagpunt bepaald:
- 6 minuten rustig in lopen, dribbelen
- na de 6e minuut versnelt de deelnemer om de 2 minuten 1 km tot opgave.Ik heb dan de HF max en een omgerekende VO2max.
- een 10 km loop.
Met de 2 uitkomsten bereken ik het omslagpunt en de VO2max volgens de tabel van Stans van der Poel. Trainingen vinden voornamelijk plaats in het gebied van de vetverbranding.